Cursussen en sporten – Voor, tijdens en na de les

Voorbereiding:

• Laat de hond vooraf goed uit en ruim een ongelukje op het veld direct op;
• Geef je hond minimaal 2 uur voor de training geen eten en geef ook minder dan normaal (bijvoorbeeld de helft) zodat hij geen last krijgt van zijn maag. Na de training kun je het resterende eten geven als je wil.

• Draag gemakkelijk zittende kleding en goede schoenen (let op de grip, met name voor Agility). Draag geen open jassen, tassen, sjaals of andere wapperende kledingstukken;

• Gebruik een gewone leren of nylon halsband/tuig met gewone riem van ongeveer 1.20 meter lang en zonder attributen, zoals poepzakhouders;

• Slipkettingen, half-checks en flexlijnen zijn niet toegestaan;

• Bij Agility mag géén tuig gebruikt worden, een jachtlijn met goed afgestelde stop is bij Agility toegestaan (bij andere cursussen niet);
• Voor de sporten: zorg dat je hond voor de training een warming-up heeft gehad (ongeveer 10 tot 15 min.) 

Meenemen naar elke les:

• Een speeltje (zonder geluid) dat lang genoeg is om door jou en de hond tegelijk vastgehouden kan worden. Tip: gebruik dit speeltje alleen om te trainen. Geschikte speeltjes zijn ook te koop in ons clubgebouw;

• Voldoende lekkere beloningsvoertjes. Zorg dat het kleine (ter grootte van een erwt) zachte 'snoepjes' zijn die je hond snel op heeft;

• Vanaf Basis Gehoorzaamheid: een target. Dit is een ronde schijf die gebruikt wordt bij oefeningen. Targets zijn te koop in het clubgebouw of bij de betere dierenspeciaalzaak. Je kunt ook een dekseltje of onderzetter gebruiken van ongeveer 8-12 cm doorsnee;

• Vanaf Vervolg Gehoorzaamheid: een apporteerblok of dummy. Beide zijn te koop in het clubgebouw of bij de betere dierenspeciaalzaak.

Na de les:

• Help na de les even mee met het opruimen van gebruikte toestellen, tunnels of andere materialen. Zet eventueel eerst je hond in de auto of in een kennel;

• Ga rustig van het veld af en loop zo nodig nog even uit met je hond.

En verder:

• Op het terrein zijn de honden altijd aangelijnd, tenzij anders aangegeven door de instructeur;

• Laat aangelijnde honden niet aan elkaar snuffelen of met elkaar spelen;

• Toestellen, tunnels en andere attributen mogen alleen op aanwijzing van de instructeur gebruikt worden.